Betrek de leerlingen: museum op school

Voor veel scholen zijn wetenschapsmusea een populaire uitje: de leerlingen vinden het leuk en ze steken er ook nog iets van op. Musea maken het scholen ook heel makkelijk, door prachtige programma’s te ontwikkelen die speciaal afgestemd zijn op scholen. Een recent voorbeeld hiervan is het nieuwe Lorentz Lab van Teylers waar leerlingen zelf aan de slag kunnen met historische experimenten.

Maar sommige scholen doen het andersom: die laten hun leerlingen interactieve opstellingen bouwen voor een wetenschapsmuseum. De leerlingen werken in groepjes om een opstelling te bedenken en te bouwen. Ze moeten zich daarbij aan een programma van eisen houden: hun opstelling moet voor de bezoekers (jonge kinderen) zowel interessant als leerzaam en veilig zijn. Tijdens het ontwikkelproces verdiepen de leerlingen zich niet alleen in de wetenschap achter de opstelling, maar doen ze ook technische vaardigheden op en oefenen ze met werken in een team. Op het Keizer Karel College in Amstelveen gebruiken ze voor dit project het lesmateriaal van “Science Center op School” dat ooit door NEMO Science Museum is ontwikkeld (en nu helaas niet meer beschikbaar is).

Ik ben al een paar jaar op het Keizer Karel College opdrachtgever voor de leerlingen die opstellingen gaan bouwen. Als opdrachtgever geef ik feedback op de eerste ideeën van de leerlingen en maak ik onderdeel uit van de jury die de eindproducten beoordeelt. Elk jaar valt het me op hoe serieus de leerlingen met hun opdracht omgaan.

Dit zijn twee voorbeelden van manieren om leerlingen bij wetenschap en techniek te betrekken waar ik aan mee heb gewerkt, maar er zijn ontelbare andere voorbeelden van mooie projecten. En mocht je op zoek zijn naar iemand die mee kan denken over een project voor scholen, dan denk ik graag mee!

Bevlogen leerkrachten

Lang geleden, jaren voordat de kinderen die nu ruimtestickers hebben gespaard werden geboren, ging André Kuipers voor het eerst naar de ruimte. Ook toen was iedereen wild enthousiast. We hadden een Nederlandse astronaut en hij was ook nog eens charismatisch! Een van de gevolgen van dat enthousiasme was het Delta Researchers Schools project. Deze samenwerking tussen het ministerie van OCW, de Europese Ruimtevaartorganisatie ESA en NASA had als doel om basisscholen ruimtevaart te laten gebruiken als kapstok om wetenschap en technologie in hun curriculum op te nemen. Ik werkte toen voor NEMO, dat het project uitvoerde, en mocht projectleider zijn.

Aan het project deden 45 basisscholen door heel Nederland mee. Ze kregen financiële en inhoudelijke ondersteuning. We organiseerden bijscholingsdagen voor de leerkrachten, ontwikkelden een reizende tentoonstelling over ruimtevaart en lieten leerlingen via de radio vragen stellen aan astronauten op het Ruimtevaartstation ISS.

Hoogtepunt voor veel van de leerkrachten was de kans om naar een weeklange workshop van NASA in Amerika te gaan, om samen met Amerikaanse collega’s te leren over robotica, het lanceren van raketten of het klimaat.

Na vijf jaar eindigde het project. Maar op een bijeenkomst een paar weken geleden kwam ik opeens Arie tegen, een van de leerkrachten die toen meedeed. Hij vertelde hoe hij na de workshop in Amerika robots had ingezet om leerlingen kennis te laten maken met techniek. Eerst op zijn eigen basisschool, tegenwoordig landelijk vanuit zijn functie bij een regionaal opleidingscentrum. Deze leerkracht heeft in de loop van de jaren honderden leerlingen kennis laten maken met robotica en ze laten zien hoe mooi techniek is.

Deze week staken basisschoolleraren: de werkdruk moet lager en het salaris moet hoger. Er dreigt bovendien in de nabije toekomst een tekort aan leraren, want op de Pabo studeren steeds minder studenten af. Leerkrachten spelen een essentiële rol bij het in stand houden van de kenniseconomie waar Nederland zo trots op is. Als we ook in de toekomst genoeg leerkrachten willen die net als Arie met toewijding en aandacht leerlingen kennis laten maken met wetenschap en techniek, lijkt het mij essentieel om te blijven investeren in onze leerkrachten en docenten. Niet alleen door aandacht te besteden aan werkdruk en salaris, maar ook door middelen vrij te blijven maken voor inhoudelijke ontwikkeling.

 

Foto: Wikicommons, NASA

Eat your frogs in the morning

Onlangs werd ik door de UvA uitgenodigd om deel te nemen aan een Career Meet & Greet. Deze bijeenkomsten worden door de UvA georganiseerd voor docenten met een tijdelijk contract. Doel is om ze kennis te laten maken met de verschillende mogelijkheden voor loopbanen door ze met “ervaringsdeskundigen” in contact te brengen. Het thema van deze bijeenkomst was “De weg naar onafhankelijkheid” en er waren dan ook een aantal sprekers uitgenodigd die zelfstandig ondernemer waren of een start-up hadden opgezet. We vertelden over de keuzes die ons tot dit punt in onze loopbaan hadden gebracht, de uitdagingen die we daarbij waren tegengekomen en de voor- en nadelen van zelfstandig ondernemer zijn.

Nou is een van de nadelen wat mij betreft de term alleen al: zelfstandig ondernemer. Oef. Het klinkt voor mij alsof je dan, strak in pak, op een scooter, pratend aan je telefoon door de stad moet zoeven. Niet echt iets waar ik zin in heb of wat de dagelijkse praktijk goed weergeeft… Een enthousiaste collega waar ik soms mee werk, had een veel betere term: Wij zijn cowgirls! We rijden onafhankelijk over de prairie en gaan daarheen we nodig zijn. Dat klinkt toch veel beter?

Taalkundige details daargelaten was ik heel enthousiast over dit initiatief van de universiteit. Het is heel belangrijk voor zowel mensen met een tijdelijk contract als die met een vast contract om te blijven nadenken over je ontwikkeling en je loopbaan. Horen hoe andere mensen het aanpakken is een makkelijke en nuttige bron van inspiratie. Helaas is het nadenken over je toekomst iets waar veel mensen tegen opzien, omdat het geen prioriteit lijkt te hebben, een beetje eng is, of confronterend. Mijn advies aan de deelnemers van de bijeenkomst (en ook aan mezelf) was dan ook: eat your frogs in the morning. Met andere woorden: stel dingen waar je tegen opziet niet uit, doe ze meteen. Of dat nou gaat om het bellen van een contact die je mogelijk aan een baan kan helpen, het nadenken over welke kant je uiteindelijk op wilt, of het inschrijven voor een nieuwe opleiding. Maar het klinkt toch veel leuker als er kikkers bij komen kijken?

 

foto: Charles J. Sharp, Sharp Photography, Wikimedia Commons

Kill your darlings

Ik word altijd blij als ik met wetenschappers mag werken. Ze zijn (als het goed is) verliefd op hun vakgebied en hebben maar een klein zetje nodig om er enthousiast over uit te weiden, met twinkelende oogjes. Geen vraag over hun vakgebied is te gek. Vaak zijn ze bovendien breed geïnteresseerd en kun je dus een interessante discussie verwachten, met doordachte meningen.

Maar als je een groep wetenschappers bij elkaar brengt om de inhoud van een tentoonstelling voor kinderen te bedenken, heeft al die kennis en enthousiasme een keerzijde: ieder heeft zijn eigen focus en vindt dat zijn onderwerp van onderzoek absoluut in de tentoonstelling een plekje moet krijgen. Want welk kind wil nou niet meer ontdekken over het Hertzprung-Russel diagram? Of de ISM?

Onlangs werd ik gevraagd om mee te denken over een tentoonstelling die binnenkort gerealiseerd moet worden, waar, zoals je misschien geraden hebt, een grote groep wetenschappers aan bij zou dragen. Mijn missie was om de grote hoeveelheid informatie, onderwerpen en ideeën terug te brengen tot een behapbaar geheel. Bij een goede tentoonstelling is het zaak om vooral niet te veel informatie erin te willen proppen, hoe leuk de onderwerpen ook zijn. En dus moesten de darlings van meerdere wetenschappers om zeep worden geholpen.

Gelukkig was iedereen de kwaliteit van het uiteindelijke product hiermee alleen vooruit zou gaan. En we gaan ook nog op zoek naar creatieve manieren om meer informatie in verdiepende lagen in de tentoonstelling te bouwen, om zo sommige “darlings” toch nog een plaats te bieden…

 

 

Het Hertzprung-Russel diagram en ISM (interstellair medium) zijn trouwens beide termen uit de sterrenkunde.